Er kunnen allerlei redenen zijn voor ICT-leveranciers om hun tarieven te verhogen. Ze dienen zich er daarbij bewust van te zijn dat de bijzondere zorgplicht grenzen kan stellen aan de mogelijkheden om tariefsverhogingen door te voeren.
Verwijzend naar ons eerste blog in de serie kan er een bijzondere zorgplicht rusten op de (professionele) ICT-leverancier. In deze blog wordt ingegaan op de zorgplicht bij tariefsverhogingen.
Uiteraard is steeds van belang wat leverancier en afnemer contractueel hebben afgesproken over aanpassing van de tarieven. In veel gevallen zal er een afspraak gemaakt zijn over jaarlijkse indexatie van de tarieven. Soms willen leveranciers daar van afwijken, in veel gevallen omdat ze een hogere tariefsverhoging willen doorvoeren dan is afgesproken. Als de overeenkomst onvoldoende ruimte biedt om de gewenste tariefsverhoging door te voeren, kan de leverancier in de verleiding komen om de overeenkomst met zijn afnemer(s) op te zeggen. Dat lijkt op het eerste gezicht wellicht vreemd, maar als een afnemer (op korte termijn) geen goed alternatief heeft, zal hij een nieuwe overeenkomst willen sluiten met de leverancier en dan heeft de leverancier zijn handen vrij om opnieuw te onderhandelen over de prijs, of niet?
Rechtspraak
In de rechtspraak is echter meerdere keren geoordeeld dat het opzeggen van een (licentie)overeenkomst door een leverancier met als enige reden om een hogere vergoeding te kunnen bedingen onrechtmatig kan zijn.
In een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2020 oordeelde de voorzieningenrechter dat het in strijd met de redelijkheid en billijkheid was dat de leverancier een overeenkomst die al 16 jaar liep, wenste op te zeggen om de enkele reden dat met de afnemer geen overeenstemming bereikt kon worden over nieuwe tarieven. Van belang daarbij was dat de afnemer erg afhankelijk was van de leverancier en flinke investeringen had gedaan. Wat ook meespeelde was dat afnemer de overeenkomst nodig had om circa honderd gemeenten te bedienen. Bovendien hadden leverancier en afnemer geen afspraken gemaakt over een exit-regeling. Kortom, beëindiging van de overeenkomst had verstrekkende gevolgen en in dat licht vond de rechter de enkele wens van hogere tarieven van de leverancier onvoldoende.
Uit een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 september 2017 volgt dat het opzeggen van een overeenkomst tussen Vitens en de gemeente Vorst door de gemeente met als enige reden het kunnen heffen van precariobelasting, onvoldoende zwaarwegend is om die opzegging te kunnen rechtvaardigen.
Uitleg noodzakelijk, belang van afnemer voorop
De leverancier dient steeds uit te kunnen leggen waarom een prijsverhoging in het specifieke geval gerechtvaardigd is. Allerlei redenen zijn denkbaar, zoals nieuwe of verbeterde diensten, een sterke toename van interne kosten of hogere kosten van toeleveranciers.
Maar zelfs met een goede uitleg kan een leverancier niet ongelimiteerd de tarieven verhogen. De leverancier zal ook steeds de belangen van zijn afnemer(s) in ogenschouw moeten nemen. En als u er met de afnemer niet uitkomt, dan is van belang om goed na te denken over de te nemen stappen, want uit de rechtspraak volgt dus dat opzeggen van de overeenkomst met de afnemer niet altijd succesvol is. Nysingh denkt hierover graag met u mee.